Parkeerovertreding parkeerplaats De Misse te Heesch: na ruim 11 maanden nog geen beslissing van het Openbaar Ministerie na een beroepsschrift

Heden schreef ik de Officier van Justitie als volg: zie hieronder.

Met warme groet,
Mart Kievits
____________________________________________________________________________________________________________________

Aan de officier van justitie
Parket CVOM, Afdeling Mulder
Postbus 50.000
3500 MJ Utrecht

Heesch, 4 oktober 2025.

Betreft: BEROEP tegen Mulderbeschikking / parkeerboete
Ons kenmerk: 24.11.11G
CJIB-nummer: 0062 5422 7007xxxxx
Uw kenmerk: 028xxxx
Kenteken: xxxxxxx
_________________________________________________________________________

Geachte heer / mevrouw officier,

Op 29 oktober 2024 zou xxxxxxxx wonende te xxxxxx op de parkeerplaats vóór het gemeentehuis / SCC De Pas te Heesch een parkeerovertreding hebben begaan.

Uw onderhavige beschikking is van 12 november 2024: hiertegen ging ik bij u in beroep.

Per schrijven 19 november 2024 deelde u mij mede dat het Parket COVM zijn uiterste best doet om binnen de wettelijke periode van zestien weken (de dag volgend op 24 december 2024, immers de uiterste datum om tegen deze vermeende overtreding in beroep te gaan) te beslissen op beroep, derhalve tot uiterlijk 9 april 2025.

Per schrijven van 7 april 2025 liet u mij weten dat u de tijd om te beslissen met tien weken ging verlengen, derhalve tot uiterlijk 18 juni 2025.

Al met al zijn we nu bijna 11 maanden verder dan de vermeende ‘overtredingsdatum’ en heeft u de uiterste datum om te beslissen (18 juni 2025) inmiddels met 16 weken overschreden.

Hiermee heeft u 16, plus 10, plus nog eens 16 is 42 weken de tijd gehad om te beslissen op een parkeerovertreding (…).

Helaas: ik mocht niets van u vernemen.

VERZOEK
Echter, om te voorkomen dat u deze zaak – wegens overschrijding van de redelijke termijn – gaat seponeren, verzoek ik u, ondanks de forse overschrijding van de wettelijke beslistermijn, tóch een beslissing te nemen, zodat me in ieder geval de kans wordt geboden deze kwestie ter beoordeling aan de kantonrechter voor te leggen.

Ik meen namelijk goede / steekhoudende argumenten te hebben om vertrouwen te hebben in een goede afloop van deze kwestie.

Ook heb ik van u nog niet vernomen of u mijn schriftelijke aanvullingen op beroep van;

  1. 12 november 2024,
  2. 2 april 2025,
  3. 27 juni 2025,
  4. 18 juli 2025 en
  5. 4 september 2025 in goede orde heeft ontvangen en of u deze stukken mee gaat nemen in uw te nemen beslissing.

Bij deze stukken (aanvulling 5) treft u – onder meer – mijn schriftelijke klacht aan tegen het college van B&W gemeente Bernheze, d.d. 4 september 2025, betrekking hebbend op het weigeren om mij schriftelijke informatie / documenten te verschaffen over betreffende Buitengewoon opsporingsambtenaar (Boa) die mogelijk in dienst is van de gemeente Bernheze en die de vermeende overtreding ‘geconstateerd’ zou hebben.

Graag verneem ik van u

Met hoogachting,

mr. M.J.M. Kievits