POLITIE…WAAKZAAM EN DIENSTBAAR…PFFFF..
Ik ben nu al vanaf 16 augustus 2023 bezig en de klacht is weer terug bij de politie….ik ga ervan uit dat deze klacht door de politie ongegrond wordt verklaard….dan ga ik beslist weer terug naar de Nationale Ombudsman…dat gaat ook weer minimaal één jaar duren….
Wordt het niet eens tijd dat de politie, de belastingdienst, het UWV, de RDW, etc. etc. er voor ons zijn, en niet op een eiland ‘functioneren’…??
OORDEEL NATIONALE OMBUDSMAN:
ONAFHANKELIJKE POLITIE KLACHTENCOMMISSIE MOET KLACHT TEGEN POLITIE OOST-BRABANT ALSNOG ONDERZOEKEN.
Samenvatting:
Dit document betreft een formele klacht en verzoek om oordeel gericht aan de Nationale Ombudsman namens een cliënt, ingediend door mr. M.J.M. Kievits van Stichting Rechtswinkel Bernheze. De klacht richt zich op het handelen / nalaten van Politie Eenheid Brabant-Oost en de weigering van het bestuursorgaan om een politieklacht in behandeling te nemen wegens overschrijding van de klachttermijn.
- Klacht en verzoek tot oordeel: Kievits dient namens de heer xxxxxx te Heesch een klacht in tegen het bestuursorgaan Politie Eenheid Brabant-Oost en verzoekt de Nationale Ombudsman een oordeel te geven over de wijze van afhandeling.
- Weigering klachtbehandeling: Op 27 oktober 2024 werd een politieklacht ingediend over het optreden van politieambtenaar xxxxx. Het bestuursorgaan weigerde de klacht te behandelen vanwege overschrijding van de vermeende fatale klachttermijn van één jaar volgens de Algemene wet bestuursrecht.
- Verzoek tot heroverweging: Kievits verzocht het bestuursorgaan om heroverweging van deze beslissing, wijzend op de mogelijkheid om van de klachttermijn af te wijken als de gevolgen pas later merkbaar werden, maar het bestuursorgaan handhaafde de weigering en verwees door naar de Nationale Ombudsman.
- Onredelijk gedrag bestuursorgaan: Het bestuursorgaan reageerde traag, onvolledig en onjuist op verzoeken om informatie en inzage, wat het klager bemoeilijkte om zijn rechten te bepalen. Dit leidde tot een langdurig proces vergelijkbaar met Kafka’s boek: ‘Het Proces’.
- Gebrek aan bewijs en transparantie: De politieambtenaar stelde een vermeende snelheidsovertreding vast zonder bewijsstukken te overleggen; ondanks langdurige verzoeken zijn relevante documenten nooit aan klager verstrekt, wat strijdig is met fair trial en openbaarheid.
- Vertraging door bestuursorgaan en andere instanties: Klager moest maandenlang informatie opvragen bij het bestuursorgaan, RDW en Autoriteit Persoonsgegevens, die traag en onwelwillend reageerden, waardoor het indienen van de klacht binnen de termijn niet mogelijk was.
Klacht over onredelijke termijntoepassing: Klager wordt niets verweten voor het overschrijden van de klachttermijn; het bestuursorgaan wordt verantwoordelijk gehouden voor het traag handelen en het niet adequaat verstrekken van informatie, en het verzoek is om de Nationale Ombudsman een onderzoek en oordeel te laten geven.
De Nationale Ombudsman kwam tot het oordeel, dat de onafhankelijke politieklachtencommissie de klacht alsnog in behandeling dient te nemen.
De zitting is op 8 januari 2026.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Aan de Weledelgestrenge Heer
mr. R.F.B. van Zutphen
Nationale Ombudsman
Antwoordnummer 10870
2501 WB Den Haag
KLACHT, tevens VERZOEK om een oordeel
Heesch, 31 december 2024.
Betreft: KLACHT, tevens VERZOEK om een oordeel
Inzake: Bestuursorgaan Politie Eenheid Brabant-Oost
Ons kenmerk: 24.12.31/A
Uw kenmerk: nvt.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Weledelgestrenge heer,
Ondergetekende, mr. M.J.M. Kievits, vrijwilliger / rechtshulpverlener, verbonden aan de ‘Stichting Rechtswinkel Bernheze’, kantoorhoudende aan de xxxxx te (xxxx) xxx, gemeente Bernheze,
wendt zich bij dezen tot U met een klacht, tevens met het verzoek tot het geven van een oordeel, namens:
de heer xxxxx, wonende aan de xxxxx (xxxx) te xxx, gemeente Bernheze, hierna te noemen: Klager.
Ter toelichting van deze klacht moge het volgende dienen:
Politie-eenheid Brabant-Oost, hierna; het Bestuursorgaan, heeft zich in de navolgende aangelegenheid jegens Klager als volgt gedragen.
- Op 27 oktober 2024 (bijlage A) diende ik – namens Klager – schriftelijk een politieklacht in tegen het Bestuursorgaan met betrekking tot het optreden van een politieambtenaar werkzaam bij het Bestuursorgaan, genaamd xxxxx.
Mag ik u kortheidshalve verwijzen naar deze klacht, met het kenmerk 24.10.27/A? - Per schrijven van 11 november 2024 (bijlage B) weigerde het Bestuursorgaan deze klacht in behandeling te nemen wegens het overschrijden van de – vermeend fatale – klachttermijn van één jaar, hierbij verwijzend naar art. 9:8, eerste lid, sub b van de Algemene wet bestuursrecht (Awb.).
- Per schrijven van 12 november 2024 (bijlage C) verzocht ik het Bestuursorgaan om heroverweging van laatstbedoelde beslissing.
- Per schrijven van 2 december 2024 (Bijlage D) deelde het Bestuursorgaan mij mede de keuze van de klachtencoördinator (om het oordeel over de politieklacht niet te heroverwegen) te steunen en verwees mij volgens aan het slot van dit schrijven – voor het indienen van een klacht – naar u, weledelgestrenge heer.
- In mijn verzoek tot heroverweging aan het Bestuursorgaan wees ik laatste onder meer op het volgende:
In de Memorie van Toelichting, Kamerstukken II 25 837, nr. 3, p. 17 staat te lezen dat van deze termijn kan worden afgeweken als de gedraging pas later merkbaar effect heeft.
De termijn waar betreffende klachtencoördinator mevrouw xxxxx zich (namens het Bestuursorgaan) op beroept is aldus geen ‘fatale termijn’, maar kan onder omstandigheden worden opgerekt. xxxx / het Bestuursorgaan is niet verplicht zich aan deze termijn te houden, maar kán hiervan afwijken: waar een wil is een weg, maar de wil ontbreekt helaas. - Door zich in deze rigide te gedragen gedraagt het Bestuursorgaan zich niet redelijk, niet behoorlijk, niet dienstbaar, hoogst burgeronvriendelijke, ten opzichte van Klager, omdat deze termijnoverschrijding hem niet voor de voeten kan worden geworpen, hij hiervoor niet verantwoordelijk is, hem in deze niets te verwijten valt, maar wél het Bestuursorgaan zélf (!) door op al mijn schriftelijke verzoeken, niet, veel te laat / traag en in veel gevallen niet adequaat, niet correct, onvolledig, antwoordde / reageerde, in ieder geval niet zodanig reageerde / antwoordde en mij niet voorzag van informatie, etc. zoals dat van een Bestuursorgaan in alle redelijkheid / zorgvuldigheid / naar normen van behoorlijkheid mocht worden verwacht.
- Klager kreeg als gevolg hiervan, vanaf het moment dat hij op 16 augustus 2023, tot op de dag van vandaag méér en méér het gevoel, overgegaan in de constatering, dat hij in een ‘proces’ was gekomen, dat beslist vergelijkbaar is met het proces beschreven in het boek van Franz Kafka: ‘Het Proces’ (1925).
- Een politieambtenaar beweert dat Klager met zijn snorfiets te hard heeft gereden, heeft het vermoeden dat deze is opgevoerd, waarop dat is gebaseerd is tot op de dag van vandaag niet helder in ieder geval niet bewijsbaar, meldt dit door middel van een aantal simpele drukken op zijn toetsenbord van zijn computer aan de Rijksdienst voor het wegverkeer, maar legt hij hiervan verder niets vast!
En als hij wél schriftelijk iets heeft vastgelegd dan zijn deze stukken nimmer aan Klager voorgelegd, heeft hij hiervan nimmer afschriften van mogen ontvangen, heeft hij hiervan nimmer inzage in mogen hebben. - Pas veel later blijkt uit het testrapport van de RDW, d.d. 20 oktober 2024, derhalve 2 maanden later dan de ‘overtredingsdatum’ (!), dat de door de RDW gemeten maximumsnelheid van de snorfiets 27 km/u bedraagt en hiermee voldoet aan de gestelde eis uit art. 5.6.8 van de Regeling voertuigen!
- Uit geen enkel stuk blijkt welke ‘reden van wetenschap’ dan ook van deze politieambtenaar, er blijkt door hem geen proces-verbaal van zijn bevindingen te zijn opgemaakt, hij noteerde hiervan niets in het bedrijfsprocessensysteem van de politie (BVA: Basisvoorziening handhaving), hiervan bestaat geen enkel ‘mutatie in het dagrapport, etc., etc.
- Klager heeft zich gedurende lange tijd bijzonder veel moeite getroost (dat moge uit bijgevoegde stukken blijken) om stukken, waaruit het wettelijk bewijs van bovenbedoelde beweerdelijke overtreding blijkt, boven tafel te krijgen, echter die blijken (kennelijk) gewoonweg niet te bestaan! In ieder geval heeft het Bestuursorgaan geen enkel bewijsstuk aan Klager ter beschikking gesteld, zich geen enkele moeite getroost om bewijsstukken te achterhalen en aan Klager over te leggen. Iedere politieambtenaar komt er kennelijk zó (zonder enig risico) mee weg om een WOK-melding bij de RDW te doen, zonder dat hij of zij dat op welke wijze dan ook behoeft te verantwoorden, zonder dat gedupeerden / betrokkenen / verdachten de objectieve waarheid met betrekking tot zijn vermeende Muldergedraging / strafbaar feit boven tafel kan krijgen, teneinde zich te kunnen verdedigen tegen de aan hem gerichte verwijten, aanklacht, etc. en eventueel een schadevergoedingsprocedure tegen de overheid te kúnnen initiëren! Dit alles geheel in strijd met internationale voorschriften inzake een fair trial, open overheid, rechten van de mens, onschuldspresumptie, etc. etc.
- Dat Klager er langer over gedaan heeft dan één jaar, na onderhavige handeling van / nalaten door betreffende politieambtenaar om een politieklacht in te dienen en in deze uiteindelijk de – vermeende fatale – termijn zou hebben overschreden, komt omdat de gevolgen van betreffende handeling Klager pas veel later bekend werden en / of effect hadden. Klager diende namelijk eerst bij het Bestuursorgaan vele malen schriftelijke informatie, inzage en afschriften van relevante stukken op te vragen om hem in staat te stellen:
– om voor zijn rechten op te kúnnen komen,
– om zijn rechtspositie te kúnnen bepalen,
– om te kúnnen bepalen / overzien welke juridische mogelijkheden (bijvoorbeeld schadevergoeding) voor hem nog ter beschikking staan als gevolg van de handeling(en) / het nalaten van betreffende politieambtenaar én van het Bestuursorgaan. - Dit zelfde (als bedoeld in het vorige punt) geldt mutatis mutandis voor het opvragen van relevante informatie, bewijsstukken, etc. bij andere overheden, zoals de RDW, de Autoriteit Persoonsgegevens, etc.
- Klager diende maanden lang bij het Bestuursorgaan en de RDW te ‘zeuren’ om gewoonweg de door hem gewenste stukken, het door hem gewenste bewijs te verkrijgen, etc. maar telkens tevergeefs!
- Omdat Klager op 23 november 2023 (ruim drie maanden na de – vermeende – overtreding!) nog steeds geen afschrift(en) van het Bestuursorgaan had ontvangen van alle stukken die op deze kwestie betrekking hebben, richtte ik mij per schrijven van diezelfde dag tot de Autoriteit Persoonsgegevens met het verzoek om bemiddeling. Wederom gingen verschillende maanden van wachten voorbij, zonder dat er nieuwe ontwikkelingen te bespeuren vielen, zonder antwoorden, zonder bewijsstukken, etc.
- Per schrijven van 1 maart 2024, deelde de AP mij mede dat laatste het Bestuursorgaan had verzocht om in contact te komen met de privacyfunctionaris van het Bestuursorgaan die het verzoek van Klager – om afschriften van bewijsstukken – had behandeld. En wederom volgde een lange periode van wachten op nieuws / nieuwe ontwikkelingen, op bewijsstukken: wederom tevergeefs!
- Hierna heeft Klager nooit meer iets van het Bestuursorgaan, noch van de AP vernomen!
- Uiteraard heeft Klager na het laatste schrijven de AP nog enige maanden afgewacht of de RDW, de AP en / of het Bestuursorgaan nog enige actie zouden ondernemen, met enig nieuws zou komen, maar tevergeefs: niets!
- Ook de schriftelijke beantwoordingen van de Directeur RDW lieten maanden op zich wachten en vele brieven aan laatste bleven zelfs onbeantwoord.
- Mocht het al zo zijn dat Klager de termijn genoemd in art. 9:8, eerste lid, sub b Awb heeft overschreden, dan valt hem in dezen niets te verwijten: hij heeft al dit tijd – gelet op dit inmiddels vuistdikke dossier – niet bepaald op zijn handen gezeten! Deze termijnoverschrijding valt geheel het bestuursorgaan te verwijten, dat telkens de hakken in de grond zette na vele redelijke en beargumenteerde schriftelijke verzoeken mijnerzijds, telkens bleef talmen met het beantwoorden van vragen, antwoorden en informatie verstrekte waar Klager niets mee kon, onvolledig, onjuist, etc., een veel te lange periode niets deed, er veel te lang over deed met het maken van een afspraak om inzage van stukken, aan redelijke verzoeken om afschriften van stukken, etc. Dit zelfde geldt mutatis mutandis voor de RDW en de AP.
- Tot op de dag van vandaag (dagtekening van onderhavige klacht) is het Klager nog steeds volstrekt onbekend of de privacyfunctionaris van het Bestuursorgaan óóit in contact is / heeft willen getreden met de AP, of de poging tot bemiddeling door de AP ooit is gelukt, en wacht Klager hierover nog steeds op bericht van de AP en / of het Bestuursorgaan! Klager heeft dan ook gegronde redenen om aan te nemen dat de privacyfunctionaris werkzaam bij het Bestuursorgaan – ondanks het schriftelijke verzoek hiertoe door de AP (!) – nimmer contact met laatste heeft opgenomen. Dit valt het Bestuursorgaan te verwijten. Dat een Bestuursorgaan een schriftelijk verzoek van de AP naast zich neerlegt is niet zoals overheden / bestuursorganen met elkaar dienen en mogen omgaan.
- Door nu te stellen – zoals het Bestuursorgaan in haar schrijven van 11 november 2024 (bijlage B) en haar schrijven van 2 december 2024 doet – dat ik / Klager onnodig lang op mijn / zijn handen ben / is blijven zitten tussen de periode van de handeling (16 augustus 2023: waartegen de politieklacht is gericht) en het indienen van onderhavige klacht snijdt geen hout.
- Ik heb sinds 16 augustus 2023 niets anders gedaan dan brieven schrijven, e-mails sturen, klachten indienen, getracht bij het Bestuursorgaan en andere overheden relevante gegevens te achterhalen en wachten, en nog eens wachten, op antwoorden en actie(s) van trage en een onwelwillend Bestuursorgaan en andere overheidsinstanties.
- Ook het argument van het Bestuursorgaan, inhoudende dat een te lange periode is verlopen tussen de handeling (de beweerdelijke overtreding) en de klacht én dat inmiddels een te lange tijd is verstreken om de waarheid (nog) te kunnen achterhalen, snijdt geen houdt: voor het onderzoeken van onderhavige klacht(en) behoeft het Bestuursorgaan slechts de eigen (geautomatiseerde) persoons- / politieregisters te raadplegen om de waarheid boven tafel te verkrijgen.
- Bovendien heb ik het Bestuursorgaan inmiddels heel veel relevante inhoudelijke informatie verstrekt (zie bijgevoegd dossier) waaruit de objectieve waarheid overduidelijk blijkt. Tegen deze inhoudelijke informatie / argumenten heeft het Bestuursorgaan nimmer iets ingebracht, heeft al hetgeen ik aan informatie verschafte nimmer weersproken, nimmer ontkend. Daar deed het Bestuursorgaan óók nimmer moeite voor. Door thans te stellen dat dit hele trage, stroperige, tergend proces aan Klager te wijten is, is dan ook een gotspe!Als het Bestuursorgaan hier zó mee weg komt en het hele dossier vervolgens over de schutting van de Nationale Ombudsman gooit, wordt het Bestuursorgaan beloond voor eigen falen.
KLACHT
Aangezien Klager van mening is dat met opgemelde / onderhavige (weigerachtige) reactie / afdoening van de klacht(en) van / door het Bestuursorgaan onvoldoende aan Klagers klacht wordt tegemoet gekomen, verzoekt hij U een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop het Bestuursorgaan zich in deze aangelegenheid jegens Klager heeft gedragen en hierover een oordeel te geven.
Met betrekking tot deze gehele kwestie heb ik nog veel meer schriftelijke stukken tot mijn beschikking, maar ik heb u niet verder willen belasten met het toesturen van het gehele dossier, maar indien u (nog) nadere informatie wenst, dan zal ondergetekende die uiteraard verstrekken.
Wij – als rechtswinkel – hebben geen eigen telefoonnummer / fysiek kantoor, maar zijn per e-mail te bereiken: info@rechtswinkel-bernheze.nl of via ons (bovenvermeld) postadres.
In afwachting van uw oordeel.
Hoogachtend,
mr. M.J.M. Kievits
Bestuurder / juridisch medewerker Rechtswinkel Bernheze.
Bijlagen:
– A tot en met E.
– 1 tot en met 19.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Politieklacht: samenvatting
Dit document betreft een politieklacht namens een cliënt die op 16 augustus 2023 werd staande gehouden door een politieambtenaar van de eenheid Oost-Brabant wegens een vermoedelijke opgevoerde snorfiets. De klacht richt zich op de werkwijze van de politie en de onduidelijkheid rondom de WOK-melding die daarop volgde.
- Cliënt werd staande gehouden wegens vermoeden opgevoerde snorfiets: De politieambtenaar xxxx vermoedde dat de snorfiets van cliënt was opgevoerd, maar gebruikte geen rollenbank of andere meetapparatuur om dit te onderbouwen.
- Cliënt ontkende overtreding en stelde originele staat snorfiets: Cliënt verklaarde dat hij de eerste eigenaar was, de snorfiets origineel was en voldeed aan de wettelijke typegoedkeuring zonder opgevoerd motorvermogen.
- WOK-melding zonder schriftelijke onderbouwing: Xxxxx deelde mondeling mee dat hij een WOK-melding bij de RDW zou doen, maar gaf geen schriftelijke stukken met redenen van het vermoeden of overtreding.
- Onjuiste informatie over rijverbod: Cliënt kreeg van de RDW een verbod om vanaf 17 augustus 2023 met de snorfiets te rijden, terwijl Xxxxx mondeling stelde dat het verbod al vanaf 16 augustus gold.
-
- hij de – ter plaatselijk wettelijk maximaal toegestane – snelheid beslist niet had overschreden,
- dat dat onmogelijk is, omdat hij de eerste eigenaar is van deze snorfiets,
- dat de snorfiets – bovendien – in originele staat is,
- voldoet aan de wettelijk vereiste typegoedkeuring,
- dus door de fabrikant van de snorfiets met betrekking tot het overschrijden van de maximaal toegestane snelheid technisch (nog steeds) is begrensd, en
- dat hij het motorvermogen van deze snorfiets niet had opgevoerd / verhoogd, of heeft laten verhogen / opvoeren, etc.ebrek aan transparantie en naleving regelgeving: Bij inzage op het politiebureau bleek onduidelijk hoe de vermeende snelheidsovertreding was vastgesteld. Xxxxxx volgde niet de voorgeschreven procedures, wat in strijd is met interne richtlijnen en het beginsel van openheid.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________Aan de heer W. Paulissen
Hoofdcommissaris van Politie
Chef Regionale Politie-eenheid
Oost-Brabant
Postbus 90163
5200 MS ’s-HertogenboschP O L I T I E – K L A C H T
als bedoeld in – onder meer – Hoofdstuk 7 van de Politiewet 2012, Algemene wet bestuursrecht, Besluit algemene rechtspositie politie (BARP).Heesch, 27 oktober 2024Betreft:Politieklacht met betrekking tot WOK-melding aan de RDW door ambtenaar van politie-eenheid Oost-Brabant: Xxxxx.
Ons kenmerk: 24.10.27/A
Uw kenmerk: Nvt__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________Geachte heer Paulissen,Tot mij wendde zich de heer xxxxx wonende: xxxxxx te Heesch, gemeente Bernheze, hierna te noemen cliënt, met het verzoek om in de navolgende kwestie als zijn gemachtigde / belangenbehartiger op te treden.
Hierbij treft u de door lastgever en lasthebber ondertekende en gedagtekende schriftelijke machtiging aan (bijlage 1).
Cliënt reed op woensdag 16 augustus 2023, omstreeks 15.21 uur met zijn snorfiets, voorzien van het kenteken DSB 61P, over de voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande weg, de Verdilaan te Heesch (bijlage 2).
Omstreeks dat tijdstip werd hij aldaar staande gehouden door een, als zodanig herkenbare, politieambtenaar, rijdend in een herkenbaar politierijtuig, genaamd:
xxxxxxxx
thans werkzaam als ‘Operationeel Specialist A’, Districtsrecherche West, xxxxxx te Amsterdam (hierna: xxxxx).
Xxxxxxx deelde cliënt mede dat hij het vermoeden had dat de door hem bestuurde snorfiets een te hoog motorvermogen heeft, met andere woorden: is opgevoerd.
Waarop dat vermoeden was gebaseerd, met welke redenen van wetenschap hij dit kón vermoeden, is tot op heden niet helder en wordt door geen enkel schriftelijk stuk wettelijk bevestigd / onderbouwd / bewezen.
Cliënt verklaarde tijdens de staandehouding aan xxxxxx dat;
Xxxxx gebruikte ter plaatste géén zogeheten rollenbank, of ander apparatuur / technisch hulpmiddel (lasergun, of anderszins), waaruit hem zou kúnnen blijken waarop zijn vermoeden was gebaseerd.
Cliënt kreeg ter plaatse géén kennisgeving van beschikking of (bestuurlijke) boete opgelegd, maar Xxxxx deelde hem wél mede dat hij bij de Rijksdienst voor het wegverkeer een zogeheten ‘WOK’-melding (“Wachten op keuring”) zou gaan doen.
Er was i.c. géén sprake van meer dan drie (3) gebreken aan de snorfiets die onder de zogeheten ‘Muldergedragingen’ vallen, waarop deze WOK-melding (tevens) kón worden gebaseerd: zie criteria ‘Handleiding Verkeersdelicten Wegenverkeerswet 1994, versie 2023’ en hieronder.
Ter plaatste deelde Xxxxx cliënt géén (schriftelijk / digitaal, etc.) stuk uit, noch kreeg hij deze van de politie per post / digitaal toegestuurd, waaruit deze Wok-melding én de redenen (van wetenschap, of anderszins) van deze vermeende / beweerdelijke overtreding bleek.
Wel gold, aldus de mondelinge mededeling van Xxxxx aan client, reeds vanaf het moment van staandehouding, derhalve ingaande op de bewuste dag, 16 augustus 2023, voor cliënt een verbod om met deze snorfiets over een weg te rijdt.
Per schrijven van 17 augustus 2023 deelde de RDW cliënt mede dat deze van de politie een WOK-melding had ontvangen en dat het cliënt per 17 augustus 2023 wettelijk is verboden om met betreffende snorfiets over een weg te rijden (bijlage 3).
Klacht
Dit zou (derhalve) inhouden dat het cliënt op 16 augustus 2023 nog wél wettelijk was toegestaan om met de snorfiets op een weg te rijden, dat betreffend rijverbod niet (reeds) op 16 augustus 2023, maar de dag erop was ingegaan. Dit in tegenstelling tot de eerdere mondelinge mededeling van Xxxxx aan cliënt. Deze informatie die Xxxxx aan cliënt was gegeven was derhalve onjuist.
Op 7 november 2023 hadden cliënt en ondergetekende, op het politiebureau te ’s-Hertogenbosch, inzage in alle stukken betreffende onderhavige WOK-melding aan de RDW.
Dit bleken echter slechts de twee navolgende stukken te zijn:
Uit deze twee stukken bleek helaas niet op welke wijze Xxxxxx de vermeende / onderhavige snelheidsovertreding had geconstateerd.
Uit de “Handleiding Verkeersdelicten Wegenverkeerswet 1994, versie 2023” (van Peggy Preyer en Bram van Kooten (indien u hiervan een exemplaar wenst, zal ik u die op verzoek per e-mail toesturen), staat op blz. 100 het volgende te lezen:
5.3 Artikel 48 WVW94 (rijden tijdens WOK-status)
Lid 7 – Door de RDW kan worden bepaald dat met een ingeschreven en te naam gesteld motorrijtuig (alle, dus ook snor-bromfiets) of aanhangwagen niet op de weg mag worden gereden.
Als bestuurder er wel op de weg mee rijdt dan:
MEOS – feitcode * K048 a (als er wel deugdelijk herstel heeft plaatsgevonden)
MEOS – feitcode * K048 b (zonder reparatie)
Aanzegging WOK:
Een aanzegging verbod rijden over de weg (WOK) MOET worden gedaan bij de volgende technische gebreken:
– het gebrek is een onder het strafrecht vallende overtreding (* trias – niet Mulder),
– bij RDW-keuring is ander technisch hulpmiddel nodig dan de bandenprofielmeter, (b.v. tintman, bromfietsrollentestbank, geluidsmeter),
– meer dan drie (3) gebreken die onder Muldergedragingen vallen.
Bij andere technische gebreken KAN de aanzegging worden gedaan.Uit verkeer nemen:
Bij aantreffen van voertuig met WOK-status, het voertuig uit het verkeer nemen voor Technisch Onderzoek (TO). TO moet uitwijzen of de technische gebreken nog steeds aanwezig zijn of dat deze wel hersteld zijn maar er nog geen herkeuring heeft plaatsgevonden. In beide gevallen mag (nog steeds) NIET met het voertuig gereden worden.Administratieve afhandeling:
– in BVH:
– registratie aanmaken (bv. D10), voeg D33 (WOK-melding) toe,
– voer betrokkene met rol “betrokkene” in,
– selecteer formulier BRWOKRDW, en vermeld geconstateerde schade/technisch gebrek,
– aanmelden bij beslaghuisutrecht@politie.nl voor onderzoek TO,
– retour voertuig indien onderzoek uitwijst dat technische gebreken zijn hersteld,
– inbeslagname voertuig (door Team Technisch Verkeershandhaving) als TO uitwijst dat technische gebreken niet verholpen zijn. Voertuig wordt overgebracht naar de Domeinen voor beslissing justitie.
(zie ook art. 94 WvSv en Aanwijzing Inbeslagneming – Hoofdstuk 4-Bijlage 4.1)
Uit bijgaand besluit / antwoord op een Wob-verzoek, genomen door de chef politie-eenheid Haaglanden, d.d. 18 augustus 2017, met name uit de daarbij gevoegde bijlage blijkt op welke wijze / de gehele procedure, vanaf constatering van het / een verboden feit tot en met de melding aan de RDW, door de politie moet worden gevolgd en afgehandeld (bijlage 4):
namelijk een brom-/snorfietscontrole dient per rollenbank te worden uitgevoerd.
Uit dit besluit blijkt eveneens dat een WOK-melding óók mag worden gedaan nadat de snelheidsovertreding is gemeten / geconstateerd met een lasergun.
Xxxxx had de vermeende snelheidsovertreding zowel niet per rollenbank, maar óók niet per lasergun geconstateerd: hoe wél vermeldde hij niet / nergens! Dit bleek in elke geval niet door client te achterhalen.
Uit de stukken die cliënt van de politie Oost-Brabant ter inzage kreeg (méér stukken waren er niet, aldus de privacy-en andere ambtenaren die tijdens de inzage aanwezig waren!) bleek niet op welke wijze Xxxxx de vermeende snelheidsovertreding had geconstateerd, hetgeen betekent dat door cliënt niet worden achterhaald of Xxxxx in dezen de betreffende wet- en regelging / de eigen / interne instructies had nageleefd.
Mij lijkt dit een eerste vereiste van onder meer het beginsel van openheid door de overheid, hoe komen overheidsbesluiten tot stand, hoe is door een overheidsfunctionaris van zijn bevoegdheid gebruik gemaakt, het stelsel van checks en balances, controle door de burger op het toepassen / naleven door overheidsfunctionarissen van wet- en regelgeving, van de toepassing door hen van strafvorderlijke en bestuursrechtelijke beginselen, onder meer beginsel van een ‘fair trial’, beginselen van behoorlijk bestuur en / of van strafvorderlijke procesorde, onder meer verbod van ‘detournement de pouvoir’, etc.
De ‘Handleiding Verkeersdelicten Wegenverkeerswet 1994, versie 2023’ is nu juist opgesteld en de uitvoering ervan aan politieambtenaren opgedragen om willekeur zoveel mogelijk te voorkomen, objectiviteit te waarborgen, om burgers rechtszekerheid te bieden, professioneel en voorspelbaar te handelen, etc.
Uit bijgaande Meetrapport, afkomstig van de RDW, d.d. 20-10-2023, bleek dat de aldaar gemeten maximumconstructiesnelheid van de snorfiets 27 km/h bedroeg, derhalve vér onder de door Xxxxx beweerdelijk gemeten snelheid op de dag van de ‘overtreding’(bijlage 6).
Per schrijven aan de Chef Politie Oost-Brabant, d.d. 28-08-2023, stelde ik (ondergetekende) over het bovenstaande vragen (bijlage 5).Deze vragen kwamen – tot mijn verbazing – via de politie bij Xxxxx terecht die een aantal van deze vragen per e-mail rechtstreeks aan mij beantwoordde (bijlage 7).
Hij beantwoordde deze vragen overduidelijk niet namens de eenheidschef van politie Brabant-Oost (in mandaat)!
Ik had deze vragen – namens cliënt – aan de eenheidschef gesteld en cliënt had dus het recht dat deze vragen door de eenheidschef schriftelijk zouden worden beantwoord. Dit gebeurde niet.
Klacht
Ook hiertegen richt zich dit klaagschrift: Xxxxx ging zijn boekje te buiten door in dezen ondergetekende rechtstreeks te benaderen / te antwoorden, hij had niet de bevoegdheid dit te doen.Ook uw organisatie had mij rechtstreeks dienen te antwoorden op de door mij gestelde schriftelijke vragen, d.d. 28-08-2023; dat gebeurde echter pas na herhaalde schriftelijke verzoeken aan de eenheidschef.
Xxxxx nam per e-mail contact met ondergetekende op, waaruit een nogal heftige e-mailwisseling tussen hem en ondergetekende plaatsvond.
Uit deze e-mails blijkt in ieder geval overduidelijk óók dat Xxxxx – bovenvermelde – interne regelgeving niet had nageleefd: hij zou betreffende overtreding per politiemotor-voertuig hebben geconstateerd, vermeldt hij in zijn e-mails aan mij.
Echter hoelang hij cliënt zou hebben gevolgd, over welke afstand, met welke onderlinge afstand tussen de voertuigen, of de afstand tussen beide voertuigen nagenoeg hetzelfde bleef, of dat cliënt van hem vandaan reed of niet, etc., etc., valt nergens uit op te maken. Hier komt bij dat de weg ter plaatse een lange / slome bocht maakt, waardoor het vrijwel niet / erg moeilijk is voor Xxxxx om deze overtreding te constateren.
Van dit alles is door Xxxxx géén ambtsedig / op ambtsbelofte en gedagtekend proces-verbaal / rapport opgemaakt. Het betoog Xxxxx in zijn e-mail wordt door niets ondersteund. Het heeft er dan ook alle schijn van dat hij zijn – niet voorgeschreven – werkwijze achteraf tracht ‘recht te breien’.
Klacht
Om bovenstaande redenen dien ik dan ook namens cliënt een politieklacht in als bedoeld in onder meer Hoofdstuk 7 van de Politiewet 2012.Ik verzoek u dan ook deze klacht – op voormelde gronden – in behandeling te nemen, en wel nadat u hierover vóóraf advies heeft verzocht aan de commissie als bedoeld in artikel 68 lid 3 van de Politiewet 2012.
In afwachting van uw oordeel,
Hoogachtend,
M.J.M. Kievits
Juridisch medewerker Rechtswinkel Bernheze.Bijlagen:
1. schriftelijke door cliënt en zijn gemachtigde ondertekende machtiging
2. foto kentekenplaat snorfiets,
3. schriftelijke mededeling van de RDW, verbod om per 17 augustus 2023 met betreffende snorfiets over de weg te rijden,
4. besluit chef politie-eenheid Haaglanden, d.d. 18-08-2017,
5. verzoek om afschriften / vragen aan eenheidschef politie Brabant-Oost, d.d. 28-08-2018,
6. meet rapport RDW,
7. E-mailverkeer tussen Xxxxx en ondergetekende.