Vandaag reis ik af naar Roermond, naar de politieklachtencommissie van politie-eenheid Limburg.
Dit voor een kwestie die al vanaf januari 2023 speelt en waartegen ik al eerder een schriftelijke klacht indiende tegen de politie-eenheid Brabant-Oost.

Daarvóór voerde ik – na aandringen (!) – op 16 januari 2024 een gesprek met de hoofdcommissaris van deze politie-eenheid, de Hoofdcommissaris W. Paulissen, op diens kamer aan het hoofdbureau van politie in Den Bosch –

Kortgezegd: betreffende inwoner werd over zijn aangiften bij de politie telkens slechts digitaal ‘geïnformeerd’, maar deze informatie kreeg hij alleen door in te loggen met zijn Digid-nummer. Echter, hij heeft geen computer, zit niet op internet, is digibeet, etc. Hij werd dus – feitelijk – niet door de politie geïnformeerd over wat er met zijn aangiften was gedaan…

Ik verzocht tijdens dat gesprek met de hoofdcommissaris of hij burgers zonder internetverbinding niet per brief kon informeren.
Hij bleek hiertoe niet bereid: bestaande ‘werkprocessen’ waren niet te veranderden.

Onder meer hierover diende ik bij deze politie-eenheid dan ook wéér een klacht in.

Omdat bovenstaande kwestie niet naar ons genoegen door de klachtencoördinator van politie-eenheid Brabant-Oost was afgehandeld, diende ik tegen haar een klacht in en maakte er tevens bezwaar tegen dat deze klacht door de eigen politie-eenheid zou worden afgehandeld (slager keurt zijn eigen vlees…).

Om deze reden werd besloten om de klacht te laten onderzoeken door politie-eenheid Limburg.

Dus, zo dadelijk op pad naar de politieklachtencommissie Limburg in Roermond: en nu maar hopen dat deze commissie werkelijk onafhankelijk is.

Over het louter digitaal informeren van aangevers van strafbare feiten diende ik bij de Nationale Ombudsman al een separate schriftelijke klacht in. Dit loopt nog en ik verwacht binnenkort een formele uitspraak.

Ik houd u op de hoogte.

Met warme groet.

Mart

PS: ik ben dan wel gestopt met het houden van spreekuren voor de rechtswinkel, maar ik heb bewoners beloofd dat ik lopende zaken zal afhandelen. Ik neem geen nieuwe zaken meer aan.

Dat wordt dan helaas en met pijn in mijn hart het einde van mijn vrijwilligerswerk (in de loop van de tijd, voor drie rechtswinkels!), dat ik al sinds begin jaren negentig (ruim dertig jaar, met tussenposen) met veel passie en gedrevenheid verricht.