Klacht tegen college van B&W Bernheze: weigeren informatie te verstrekken over boa

mr. Mart Kievits dient een formele schriftelijke klacht in bij de gemeenteraad van Bernheze wegens het uitblijven van enige reactie / antwoord op herhaalde verzoeken aan het college van B&W van Bernheze om informatie over de bevoegdheid van een specifieke buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) genaamd “xxxx”.

Deze klacht betreft vermeende nalatigheid, niet behoorlijk handelen door en onrechtmatigheid van het college van burgemeester en wethouders in het weigeren te antwoorden op vragen over de rechtsgeldigheid van handhaving door deze boa bij een parkeerovertreding (parkeerplaats aan De Misse te Heesch).

  • Klachtindiening en juridische grondslag:
    De klacht wordt ingediend op basis van onder meer de Algemene wet bestuursrecht en de klachtenregeling van de gemeente Bernheze, met de burgemeester als klachtbehandelaar namens de gemeenteraad.
  • Verzoek om informatie over boa xxx:
    Op 1 april 2025 vraagt de klager per e-mail aan het college van B&W om informatie en een afschrift van de akte van bevoegdheid van Buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) xxx, met specifieke vragen over diens aanstelling, domein, bevoegdheden en handhavingstaak.
  • Bijgevoegde documenten ter onderbouwing:
    Bij het verzoek zijn bijlagen gevoegd, waaronder een toelichting van de boa over de vermeende overtreding, een brief van de minister van Justitie en Veiligheid over boa-taken en het Handhavingsarrangement (afspraken hierover) tussen gemeente Bernheze, de politie en het Openbaar Ministerie.
  • Belang van territoriale en juridische bevoegdheid:
    Kievits benadrukt het belang van de territoriale bevoegdheid en juiste toepassing van bevoegdheden van boa xxx in relatie tot de handhaving van een Mulderbeschikking voor deze parkeerovertreding, zonder dat sprake is van aantasting van de leefbaarheid (taak boa!).
  • Beperkingen volgens ministeriële brief en regelgeving:
    De taken van boa’s in Domein I Openbare Ruimte zijn slechts (!) beperkt tot toezicht en handhaving van leefbaarheidsgerelateerde overtredingen, zoals uiteengezet in een brief van de Minister van Justitie en Veiligheid (december 2018) aan de Tweede Kamer en de landelijke ‘Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar’.Handhavend optreden bij parkeerovertredingen – zonder dat sprake is van aantasting van de leefbaarheid – vallen hier volgens Kievits niet onder.
  • Geen reactie op verzoeken:
    Ondanks een herhaald verzoek op 8 juli 2025 krijgt Kievits geen enkele reactie, zelfs geen ontvangstbevestiging van het college, wat volgens Kievits onrechtmatig en niet behoorlijk is.
    De gevraagde gegevens acht Kievits van eminent belang voor de verdediging / het verweer in de beroepszaak in deze kwestie.
  • Informatie- en communicatierecht van burgers:
    Kievits stelt dat het college verplicht is om op redelijke vragen te reageren en gevraagde informatie te verstrekken op grond van de Wet open overheid en conform algemeen aanvaarde rechtsregels, tenzij er zwaarwegende redenen zijn, die hier niet van toepassing zijn.
  • Klacht over nalatigheid en verzoek tot behandeling:
    De klager acht het uitblijven van een reactie / antwoord onrechtmatig, in ieder geval niet behoorlijk, niet professioneel, niet burger-vriendelijk, niet transparant (niet open en duidelijk, niet goed luisterend naar de burgers, geen goede motivering van het schrijven van 12 mei 2025), niet respectvol, niet oplossingsgericht, niet samenwerkend, (getuigen van) geen coulante opstelling en niet redelijk (zie behoorlijkheidsnormen nationale ombudsman) en verzoekt de gemeenteraad de klacht conform de klachtenregeling te behandelen.

    __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
    Aan de gemeenteraad van Gemeente Bernheze
    De Misse 6
    5384 BZ HeeschPer e-mail: gemeente@bernheze.org, griffie@bernheze.org en gewone post

    Heesch, 4 september 2025

    K L A C H T

    Betreft: Klacht over gedraging / een nalaten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernheze
    Ons kenmerk: 2025.09.04/A
    Uw kenmerk:   n.v.t.

    ___________________________________________________________________________

    Geachte raad / leden van de raad,

    Bij deze dien ik een klacht in zoals – onder meer – bedoeld in:

    – Hoofdstuk 9 van de ‘Algemene wet bestuursrecht’ (Awb).

    – ‘Klachtenregeling gemeente Bernheze 2022’, hierna: ‘de Regeling’,

    Met in achtneming van onder meer:

    – Artikel 1.4. Reikwijdte:
    De klachtenregeling is van toepassing op de behandeling van klachten die betrekking hebben op de handelswijze van de bestuursorganen van de gemeente Bernheze en de personen werkzaam onder de verantwoordelijkheid daarvan.

    – Artikel 2.5 Klachtbehandelaar:
    De klachtbehandelaar is degene die de klacht onderzoekt (de klager en beklaagde hoort) en de klacht inhoudelijk beoordeelt en beslist over de aan de klacht verbonden conclusies.

    e. de burgemeester, namens de gemeenteraad, als het een gedraging van de gemeenteraad, een commissie of van het college van burgemeester en wethouders betreft.

    – Artikel 4.1: De externe klachtbehandeling is in handen van de Nationale ombudsman.

    In de afdoeningsbrief wordt verwezen naar de Nationale ombudsman als de klager niet tevreden is over de klachtbehandeling door de gemeente.

    – ‘Wet Nationale ombudsman’.

    1. Deze klacht betreft de gedragingen van / nalaten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernheze, hierna Beklaagde (art. 1.1 van de Regeling en gelet op artikel 2:5 onder e. van de Regeling).Conform dit laatstgenoemde artikel van de Regeling is de burgemeester, namens de gemeenteraad, i.c. als klachtbehandelaar
    2. Op 1 april 2025 stuurde ik Beklaagde onderstaande e-mail:

    Van: info@kievits-konsults.nl <info@kievits-konsults.nl>
    Verzonden: dinsdag 1 april 2025 13:16
    Aan: ‘Postkamer’ <
    gemeente@bernheze.org>
    CC:
    info@kievits-konsults.nl
    Onderwerp: Verzoek om inlichtingen over Boa xxx

    Aan het college van B&W gemeente Bernheze.

    Verzoek om inlichtingen over Boa “xxx” en afschrift van zijn / haar ‘akte van bevoegdheid’.

    Per e-mail: gemeente@bernheze.org

    Heesch, 1 april 2025.

    Geacht college,

    Naar aanleiding van bijgaand ‘Taakoverzicht’ van de officier van justitie te Leeuwarden, OM Parket Centrale Verwerking, ‘toelichting verbalisant’, verzoek ik u hierbij om mij de navolgende inlichtingen te verschaffen en om een afschrift van betreffende ‘akte van bevoegdheid’.

    Mag ik u verwijzen naar de bijlagen?

    In de toelichting van de verbalisant staat vermeld dat de naam van de opsporingsambtenaar luidt: “xxx”.

    • Is binnen de gemeente Bernheze een Boa aangesteld, met deze naam?
    • Betreft dit een BOA Domein I / Openbare Ruimte?
    • Is het nummer van de akte (vermeld op de bijlage) correct?
    • Is deze Boa bevoegd om parkeerovertredingen op het parkeerterrein voor uw gemeentehuis te sanctioneren?
    • Zo ja, hoe valt dit te rijmen met bijgaande brief van de minister?
      Immers geen sprake van taak: link met leefbaarheid
    • Zo ja, hoe valt dit te rijmen met bijgaand ‘Handhavingsarrangement’, waarin het sanctioneren / constateren van betreffende verkeersovertreding niet staat vermeld?
    • Mag ik – per omgaande – van u een afschrift van zijn / haar akte van bevoegdheid ontvangen?

    Met hoogachting,

    M. Kievits

    1. Bij deze e-mail / verzoek aan Beklaagde voegde ik:- Toelichting verbalisant, Zaakoverzicht van het Openbaar Ministerie, Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie, d.d. 21-03-2025.

      Brief van de Minister van Justitie en Veiligheid, aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, d.d. 10 december 2018, Kamerstuk 29628, nr. 383, betreffende de taken een bevoegdheden van de verschillende buitengewoon opsporingsambtenaren (boa), de gevolgen hiervan voor de lokale inbedding van de politie.

      – Het gezamenlijk Handhavingsarrangement, behorende bij het besluit van 19-08-2024, met hierin de afspraken tussen de gemeente Bernheze, de politie en het Openbaar Ministerie, betreffende de (rand)voorwaarden waaronder handhaving door een boa zal plaatsvinden.

    2. Onderhavige kwestie betreft een zogeheten ‘Wet Mulderbeschikking’ na een vermeende parkeerovertreding door een inwoner / inwoonster van Bernheze, die geconstateerd zou zijn door een opsporingsambtenaar, genaamd ‘xxx’, verdere gegevens onbekend (zie toelichting verbalisant).

      Omdat ik het vermoeden heb dat deze ‘xxx’ een boa Domein I / Openbare Ruimte is, in dienst van de gemeente Bernheze, is het voor de beroepszaak in onderhavige kwestie, met name voor het voeren van de verdediging / het verweer voor de vermeende overtreder / overtreedster van eminent belang of deze ‘xxx’ territoriaal en (rechts-) bevoegd is betreffend Mulder-feit te handhaven, om i.c. als constaterend- / opsporingsambtenaar een kennisgeving van beschikking op te maken.

    3. Een boa dient zijn taak te verrichten, zoals bedoeld in de brief van voormalige Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus, d.d. 12 december 2018, aan de Tweede Kamer der Staten Generaal, getiteld:

      Boa’s en de gevolgen voor de lokale inbedding’.
      https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2018D59010&did=2018D59010)

      De inhoud en strekking van deze brief is staand beleid: op deze wijze dient een boa zijn / haar taak uit te voeren. Afwijkingen hiervan zijn onrechtmatig.

      In deze brief van de Minister staat onder meer het volgende lezen (onderstrepingen door ondergetekende)‘boa en politie
      Gebiedsgebonden politiewerk is een verworvenheid van het politiewerk (…..).
      Kern van het stelsel van toezicht en handhaving in de openbare ruimte is immers de gedeelde verantwoordelijkheid van gemeenten en politie. Veelal is de belangrijkste uitvoeringspartner de boa.Boa’s in de openbare ruimte beschikken over een beperkte opsporingsbevoegdheid voor de uitoefening van specialistische en afgebakende taken, op basis van bijzondere wetten en verordeningen. Sinds 2011 wordt gewerkt met indeling van strafbare feiten in thematische domeinen.De wettelijke grondslag voor het functioneren van de boa is vastgelegd in artikel 142 Wetboek van Strafvordering.

      De bevoegdheden van de boa staan omschreven in de ‘Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar’. (….)

      Gemeenten zorgen met gemeentelijke boa’s voor ogen en oren op straat en kunnen daar ingrijpen waar de leefbaarheid wordt aangetast door overtredingen die overlast veroorzaken en tot kleine ergernissen leiden. (….).

      Om deze complementaire taakverdeling nog eens te benadrukken en te verhelderen, is in 2014 het leefbaarheidscriterium geïntroduceerd voor de afbakening van taken en bevoegdheden van boa’s in Domein I Openbare Ruimte.

      De afbakening van de bevoegdheden van de boa in Domein I Openbare Ruimte is in de eerste plaats van belang om de taakverdeling tussen politie en boa’s helder te houden.

      Dit komt zowel de onderlinge samenwerking en de resultaten ten goede, als de herkenbaarheid voor burgers.

      Daarnaast is het ook belangrijk voor de professionaliteit van de boa openbare ruimte

      (immers een specialist met beperkte opsporingsbevoegdheden) dat het takenpakket dusdanig is afgebakend dat er ook echt sprake kan zijn van een specialisme.

      Kern van het werk van de gemeentelijke boa in Domein I is dat hij in de openbare ruimte aanwezig is en toezicht houdt, en handhavend optreedt waar nodig in geval van kleine ergernissen, overtredingen en overlastsituaties die de leefbaarheid in wijken en buurten aantasten. (…)

      Ik ben niet voornemens om aan het uitgangspunt inzake de geweldsmiddelen te tornen.  (…) In dat kader blijft het een al dan niet enigszins ruimer gedefinieerd leefbaarheidscriterium de juiste toets. (…)’.

    4. In de ‘Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar’, geraadpleegd op 10-11-2024, geldend van 01-08-2024 t/m heden, Domein I. Openbare ruimte, staat het volgende te lezen, voor zover thans relevant:

      ‘De boa Openbare ruimte is belast met de opsporing van de strafbare feiten in de volgende wettelijke voorschriften voor zover noodzakelijk voor een goede uitoefening van de functie en de daaraan gekoppelde taakomschrijving, tenzij de wet zich daartegen verzet.

      Artikel 10: (…) Alleen voor stilstaand verkeer: artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV).

    Handhaving is slechts mogelijk wanneer in een gezamenlijk handhavingsarrangement de (rand)voorwaarden zijn beschreven waaronder handhaving zal plaatsvinden.’

    Dus, handhaving van onderhavige gedraging is derhalve slechts mogelijk:
    wanneer in een gezamenlijk handhavingsarrangement de (rand)voorwaarden zijn beschreven waaronder handhaving zal plaatsvinden:

    Dit Handhavingsarrangement omvat onder meer een nadere / concrete beschrijving van de werkafspraken tussen politie en de boa’s met betrekking tot onder meer de bevoegdheid en de noodzaak tot handhaving van onderhavige parkeerovertreding.

    1. Boa in dienst van gemeente Bernheze / territoriale bevoegd?
      In de ‘Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar’, geraadpleegd op 04-09-2025, geldend van 01-01-2024 t/m heden, staat het volgende te lezen:

      4.2 Landelijke opsporingsbevoegdheid
      Boa’s zijn landelijk opsporingsbevoegd, hierdoor kunnen afspraken worden gemaakt over de inzet van boa’s op regionaal niveau. Aan de mogelijkheid om landelijk te werken worden voorwaarden gesteld.

      De boa onthoudt zich – zoals een politiefunctionaris – in principe van optreden buiten zijn gebied van aanstelling. Hij mag alleen dan optreden buiten zijn eigen gebied, indien dat gebeurt in overleg met het bevoegde gezag (de lokale driehoek) en – indien van toepassing – in overleg met het bevoegd gezag van een eventueel ander gebied dan het gebied van aanstelling. Het is de taak van de toezichthouder en direct toezichthouder om het bevoegd gezag van de betreffende gebieden te informeren. Deze afstemming dient te worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Hierin moet staan welke partijen met elkaar gaan samenwerken, hoe wordt omgegaan met het gebruik van politiebevoegdheden, vrijheidsbeperkende middelen en geweldsmiddelen, wie de direct toezichthouder en toezichthouder zijn en of het bevoegd gezag is geïnformeerd. Het is aan de betreffende partijen welke afspraken zij nog meer willen vaststellen in de overeenkomst (bijvoorbeeld aantal boa’s).

      Bijlage I bevat een voorbeeld van een samenwerkingsovereenkomst die ten grondslag kan liggen aan een samenwerkingsverband.

      Overtreder / overtreedster in onderhavige kwestie heeft er dus alle belang bij om van Beklaagde te vernemen of deze ‘xxx’ in dienst is bij de gemeente Bernheze en dus territoriaal bevoegd was binnen Bernheze handhavend op te treden!Vandaar het onderhavig verzoek aan Beklaagde!

       

    2. ‘xxx’ anderszins juridisch bevoegd?
      Uit het vigerend Handhavingsarrangement, behorende bij besluit 19-08-2024 blijkt óók niet dat ‘xxx’ bevoegd is om voor betreffende parkeerovertreding (sec!) handhavend op te treden. Hieruit blijkt namelijk niet dat de gemeente Bernheze, de politie en het Openbaar Ministerie hierover werkafspraken hebben gemaakt.

      Vandaar het onderhavig verzoek aan Beklaagde!

    3. Akte van bevoegdheid
      Óók valt op basis van de huidige gegevens niet te controleren óf ‘xxx’ conform zijn ‘Akte van bevoegdheid’, bevoegd was om i.c. handhavend op te treden bij onderhavige parkeerovertreding; dit dient namelijk uitdrukkelijk in zijn akte te zijn vermeld.

      Vandaar het onderhavig verzoek aan Beklaagde!

    4. Hield ‘xxx’ zich aan de brief van de Minister?
      Óók valt op basis van de huidige gegevens niet te controleren óf ‘xxx’ i.c. werkzaam was in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, conform bovenbedoeld schrijven van de minister.

      Vandaar het onderhavig verzoek aan Beklaagde! 

    5. Om al deze redenen schreef ik Beklaagde dan ook bovenstaande e-mail met vragen.
      Hierop mocht ik geen enkele reactie van Beklaagde vernemen.

    6. Op 8 juli 2025 stuurde ik Beklaagde onderstaande e-mail inhoudende een herhaling van mijn verzoek.

    Van: info@kievits-konsults.nl <info@kievits-konsults.nl>
    Verzonden: dinsdag 8 juli 2025 14:09
    Aan: ‘Postkamer’ <gemeente@bernheze.org>
    CC: info@kievits-konsults.nl
    Onderwerp: FW: Verzoek om inlichtingen over Boa xxx
     

    Aan het college van B&W gemeente Bernheze.

    Verzoek om inlichtingen over Boa “xxx” en afschrift van zijn / haar ‘akte van bevoegdheid’.

    Per e-mail: gemeente@bernheze.org

    Heesch, 8 juli 2025.

    Geacht college,

    Op onderstaand verzoek mocht ik – helaas – geen enkel(e) inhoudelijke reactie / antwoord van u vernemen.

    Dit acht ik niet behoorlijk.

    Indien ik niet binnen 14 dagen na verzending van deze e-mail een antwoord van u verneem zal ik helaas genoodzaakt worden om verder stappen te ondernemen, waaronder een WOO-verzoek, ev. het bij uw college indienen van een formele klacht, eventueel bij de Nationale Ombudsman. 

    Met groet,

    M@rt Kievits

    1. Ook op deze e-mail / verzoeken mocht ik van Beklaagde geen enkele reactie vernemen.
    2. Volgens het geldend recht is het college van burgemeester en wethouders (i.c. Beklaagde) in principe verplicht om vragen van burgers te beantwoorden, al is het via de Wet open overheid (Woo).Burgers hebben een informatie- en communicatierecht met de overheid en de gemeente moet een basisinformatieplicht hebben richting burgers.

      Er zijn uitzonderingen waarbij de informatie niet verstrekt hoeft te worden, bijvoorbeeld wanneer het in strijd is met het openbaar belang of andere wettelijke bepalingen. Daar is i.c. geen sprake van.Burgers hebben het recht om contact op te nemen met de overheid en informatie te vragen. De overheid heeft een informatieplicht, wat betekent dat zij burgers op basis van deze wet informatie moet verstrekken. Het college van B&W kan weigeren informatie te verstrekken als dit in strijd is met het openbaar belang. Daar is i.c. geen sprake van.Er kunnen andere wettelijke redenen zijn waarom informatie niet verstrekt mag worden, wat dan ook geldt voor de Wet open overheid. Daar is i.c. geen sprake van.

    3. Gelet op al het bovenstaande acht ik het geheel uitblijven van enige reactie (geen bericht van ontvangst, geen inhoudelijke reactie, etc.) op mijn bovenstaande redelijke en rechtsgeldig verzoeken dan ook:- onrechtmatig,
      – in ieder geval niet behoorlijk,
      – niet professioneel,
      – niet burger-vriendelijk,
      – niet transparant (niet open en duidelijk, niet goed luisterend naar de burgers, geen goede motivering van het schrijven van 12 mei 2025),
      – niet respectvol, –
      niet oplossingsgericht,
      – niet samenwerkend,
      – (getuigen van) geen coulante opstelling en
      – niet redelijk (zie behoorlijkheidsnormen nationale ombudsman).

    Bij deze verzoek ik u om deze klacht conform de Regeling in behandeling te nemen.

    Hoogachtend,

    mr. M.J.M. Kievits

    Bijlagen:

    1. Toelichting verbalisant, Zaakoverzicht van het Openbaar Ministerie, Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie, d.d. 21-03-2025.
    2. Brief van de Minister van Justitie en Veiligheid, aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, d.d. 10 december 2018, Kamerstuk 29628, nr. 383, betreffende de taken een bevoegdheden van de verschillende buitengewoon opsporingsambtenaren (boa), de gevolgen hiervan voor de lokale inbedding van de politie.
    3. Het gezamenlijk Handhavingsarrangement, behorende bij het besluit van 19-08-2024, met hierin de afspraken tussen de gemeente Bernheze, de politie en het Openbaar Ministerie, betreffende de (rand)voorwaarden waaronder handhaving door een boa zal plaatsvinden.