mr. Mart Kievits wint rechtszaak tegen college van B&W gemeente Bernheze

Samenvatting

  • Aanleiding:
    (Mart) M.J.M. Kievits diende op 16 juni 2025, namens Stichting Rechtswinkel Bernheze, een Woo-verzoek (Wet open overheid) in bij het college van B&W van de gemeente Bernheze. Dit verzoek betreft openbaarmaking van alle informatie, documenten, correspondentie en vragen over de werkzaamheden van mr. Loes Olivier, werkzaam bij Wolters Kluwer & Regulatory NL.Dit nadat Kievits – namens een invalide inwoonster van Bernheze – een bezwaarschrift had ingediend na afwijzing van een WMO-voorziening (vijfwielige scootmobiel).Het college van B&W schakelde vervolgens een externe juriste in om weerwoord te bieden tegen dat bezwaarschrift en om het standpunt van het college te verdedigen.
  • Verloop:
    Op het Woo-verzoek van 16 juni 2025 en de ingebrekestelling van 17 juli 2025 ontving Kievits geen inhoudelijke reactie van de gemeente. De wettelijke beslistermijn was daarmee overschreden; uiterlijk vóór 1 augustus 2025 had een besluit genomen moeten zijn.
  • Actie:
    Omdat de gemeente niet tijdig had beslist, kondigde mr. M.J.M. Kievits aan zich tot de bestuursrechter te wenden met een zogenaamd ‘niet-tijdig beroep’ (ook wel ‘beroep fictief’ genoemd). Daarbij wordt de rechter gevraagd om:
    • Een uiterste termijn te stellen voor het alsnog nemen van een besluit.
    • De gemeente te veroordelen tot vergoeding van proceskosten en griffierecht.
  • Omdat het college ook hierna niet reageerde ging Kievits in beroep bij de bestuursrechter.
    Via de bestuursrechter ontving Kievits vervolgens de documenten die hij al eerder van het college had verlangd, maar hij diende hiertoe wel eerst een procedure bij de bestuursrechter te starten.
  • Uitspraak bestuursrechter
    De bestuursrechter deed op 28 november 2025 uitspraak:
    Kievits ontving de verlangde documenten, echter via de bestuursrechter: dit nadat de bestuursrechter dit aan het college had verzocht.
    Kievits heeft dus onnodig griffierechten betaald, groot: € 194, —
    Dit bedrag dient het college aan Kievits te vergoeden en hiermee gaf de rechter Kievits dus gelijk.
    Betreffende documenten staan inmiddels online:
    https://wooloket.bernheze.org/o/dossier/1721119403?q=woo%20externe

    ____________________________________________________________________________________________

Aan het College van Burgemeester en wethouders
Gemeente Bernheze
De Misse 6
5384 BZ Heesch

Per e-mail: gemeente@bernheze.org en gewone post

Heesch, 16 juni 2025.

W O O  – V E R Z O E K
Verzoek om schriftelijke openbaarmaking op grond van (onder meer) artt. 1.1 en 4.1 Wet Open Overheid 2022

Betreft: WOO-VERZOEK om openbaarmaking van alle informatie / documenten, correspondentie, etc. en vragen
Inzake: werkzaamheden mr. Loes Olivier, werkzaam bij Wolters Kluwer & Regulatory NL
Ons kenmerk: 25.06.13/A
Uw kenmerk:  nvt.

________________________________________________________________________________________________

Geacht college,

Bij deze verzoek ik u om mij de navolgende schriftelijke informatie / documenten, etc. te verstrekken en aldus openbaar te maken en onderstaande vragen te beantwoorden

met betrekking tot het door u (kennelijk) inhuren van mevrouw mr. Loes Olivier, vakredacteur Wmo en Jeugd bij Wolters Kluwer Schulink. Mag ik u verwijzen naar de bijlage (LinkedIn-profiel)?

In de kwestie, aanvraag vijfwielige scootmobiel voor mevrouw xxxxx te Heesch, behartigde ik de belangen van laatste genoemde.

Op 27 februari 2025 maakte ik namens haar schriftelijk bezwaar tegen uw afwijzend besluit van 23 januari 2025.

Op 9 april 2025 volgde hierop uw verweerschrift.

Dit verweerschrift werd namens uw college, derhalve in mandaat, mede ondertekend door  mr. Loes Olivier (hierna: Olivier), vakredacteur Wmo en Jeugd bij Wolters Kluwer Schulink.

Verzoek en vragen aan uw college:

  1. Ik ga ervan uit dat Olivier niet bij de gemeente Bernheze in dienst is op basis van een arbeidsovereenkomst. Is dit juist?
  2. Op welke rechtsgrond voerde Olivier in bovenvermelde kwestie juridische en / of andere werkzaamheden voor u uit? Betrof dit een overeenkomst / overeenkomsten van dienstverlening?
  3. Indien dit op basis van een of méér overeenkomsten tussen u / de gemeente Bernheze geschiedde, verzoek ik u om mij in het bezit te stellen van een afschrift / afschriften hiervan.
  4. Wat heeft – in onderhavige kwestie – de inzet, het inhuren door u, van Olivier de gemeente Bernheze totaal gekost?
    b. Welk uurtarief bracht zij u in rekening (incl. BTW) ?
    c. Hoeveel uren totaal heeft zij hiervoor bij de gemeente in rekening gebracht?
    d. Voor welke werkzaamheden? Indien dit het geval is: graag specificeren.
    e. Heeft zij u nog andere kosten bij de gemeente in rekening gebracht? Indien dit het geval is: graag specificeren.
  5. De gemeente heeft zelf ook juristen in dienst.
    Hoeveel juristen heeft de gemeente in dienst? Graag toelichten hoeveel masters en ev. hoeveel HBO-juristen.
  6. Zijn deze eigen juristen, in dienst van de gemeente, niet in staat om een deugdelijk verweerschrift, zoals in onderhavige kwestie, op te stellen?
    Zo dit niet het geval is, waarom niet?
  7. Wat zijn (dan) uw overwegingen geweest om in onderhavige kwestie betreffend verweerschrift niet door één van uw eigen juristen op te stellen, maar mr. Olivier?
  8. Hoe vaak heeft u / de gemeente in het verleden mr. Olivier ingehuurd, van haar diensten gebruik gemaakt?
  9. Voor welke soort kwesties?
  10. Wat heeft (al) deze inzet / dit inhuren door u van Olivier de gemeente gekost?
    Graag specificeren.

Het bovenstaande is een verzoek zoals bedoeld in artikel 4.1 van de Wet open overheid (Woo).

Met verwijzing naar de termijn die is genoemd in artikel 4.4 van de Woo, verzoek ik u mij de gevraagde informatie uiterlijk 30 juni 2025 toe te sturen.

Indien u kosten in rekening brengt voor het maken van kopieën e.d. verzoek ik u mij hiervan vooraf op de hoogte te brengen.

Wilt u zo vriendelijk zijn om al uw schriftelijke antwoorden te (doen) ondersteunen door stukken, documenten, correspondentie, etc. waaruit e.e.a. blijkt?

Hoogachtend,

mr. M.J.M. Kievits
Juridisch medewerker Rechtswinkel Bernheze

________________________________________________________________________________________________

Aan het college van burgemeester en wethouders
Gemeente Bernheze
De Misse 6
5384 BZ Heesch

Per e-mail: gemeente@bernheze.org en gewone post

Heesch, 17 juli 2025.

Ingebrekestelling:
inzake niet-tijdige beslissing op Woo-verzoek

Betreft:  WOO-VERZOEK om openbaarmaking van alle informatie / documenten, correspondentie, etc. en vragen
Inzake: werkzaamheden mr. Loes Olivier, werkzaam bij Wolters Kluwer & Regulatory NL
Ons kenmerk: 25.06.13/B
Uw kenmerk: nvt.

________________________________________________________________________________________________

Geacht college,

Per schrijven van 16 juni 2025 diende ik bij u een Woo-verzoek in.

Zie bovenstaande gegevens met betrekking tot dat verzoek.

Op grond van art. 4.4 lid 1 van de Woo geldt voor u een beslistermijn van uiterlijk vier weken, gerekend vanaf de dag na die waarop onderhavig verzoek door u is ontvangen.

Op 16 juni 2025 bevestigde u mij per e-mail dat u dit verzoek heeft ontvangen.

U diende op dit verzoek op uiterlijk op 15 juli 2025 een beslissing te nemen.

Tot op heden heb ik echter niets meer van u vernomen.

U heeft derhalve niet binnen de wettelijke beslistermijn aan mijn verzoek voldaan, immers geen beslissing genomen.

Ook heeft u geen gebruik gemaakt van artikel 4.4 lid 2 van de Woo, waarmee u uw beslissing voor ten hoogste twee weken zou kunnen verdagen in het geval de omvang of de gecompliceerdheid van de – door mij gevraagde – informatie een verlenging zou rechtvaardigen.

Tevens heeft u mij niet binnen twee weken, dan wel onverwijld, na ontvangst van onderhavig verzoek mij bij besluit medegedeeld dat betreffend verzoek kennelijk een ander doel heeft dan het verkrijgen van publieke informatie of dat dit evident geen bestuurlijke aangelegenheid betreft en op grond hiervan het verzoek niet te zullen behandelen (art. 4.6 Woo / antimisbruikbepaling).

Ingebrekestelling
Bij deze stel ik u dan ook in gebreke met betrekking tot dit niet-tijdig / niet beslissen op onderhavig verzoek en stel u in de gelegenheid – alsnog – binnen 14 dagen na ontvangst van dit schrijven, doch uiterlijk vóór 1 augustus 2025 een beslissing te nemen.

Niet-tijdig beroep / beroep fictief bij de bestuursrechter
Wellicht ten overvloede wijs ik u erop dat ik in laatste bedoelde situatie – voor alsdan – gerechtigd ben om rechtstreeks een ‘niet-tijdig beroep’ / ‘beroep fictief’ in te stellen bij bestuursrechter. Een uitspraak van laatste kan leiden tot veroordeling van u tot betaling van onder meer de kosten van de gerechtsdeurwaarder, een dwangsom, de proceskosten en griffierechten.

Ik behoud me – bij deze – dan nadrukkelijk het recht voor om mij in laatste bedoelde situatie zonder nadere aankondiging te wenden tot de bestuursrechter.

Ik hoop dat u het niet zover zult laten komen.

Hoogachtend,

mr. M.J.M. Kievits
Juridisch medewerker Rechtswinkel Bernheze

_________________________________________________________________________________________________

Aan het college van burgemeester en wethouders Gemeente Bernheze
De Misse 6 5384 BZ Heesch

Per e-mail: gemeente@bernheze.org en gewone post

Heesch, 4 augustus 2025.

A A N K O N D I G I N G niet-tijdig beroep / beroep fictief bij de bestuursrechter

Betreft: WOO-VERZOEK om openbaarmaking van alle informatie / documenten, correspondentie, etc. en vragen
Inzake: werkzaamheden mr. Loes Olivier, werkzaam bij Wolters Kluwer & Regulatory NL
Ons kenmerk: 25.06.13/C
Uw kenmerk: nvt.
_________________________________________________________________________________________________

Geacht college,

Op mijn schriftelijk Woo-verzoek van 16 juni jl. en op mijn schriftelijke ingebrekestelling van 17 juli jl. mocht ik helaas geen enkele inhoudelijke reactie, géén beantwoording van mijn onderhavige verzoeken, van u vernemen.

U heeft derhalve niet binnen de wettelijk bepaalde beslistermijn aan mijn verzoek voldaan, immers geen beslissing genomen.

Op grond van bedoelde ingebrekestelling had u uiterlijk vóór 1 augustus 2025 een beslissing dienen te nemen.

Ik zie dan ook geen andere oplossing meer dan mij rechtstreeks tot de bestuursrechter te wenden met een ‘niet-tijdig beroep’ / ‘beroep fictief’, en hierbij de rechter te verzoeken om een uiterlijke termijn te bepalen voor het alsnog nemen van een besluit en om hierbij een dwangsom te stellen.

Tevens zal ik de rechter verzoeken om de gemeente Bernheze te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht.

Helaas heeft u het zover laten komen.

Hoogachtend,

mr. M.J.M. Kievits
Juridisch medewerker Rechtswinkel Bernheze

_________________________________________________________________________________________________

Rechtbank Oost-Brabant
Bestuursrecht
Afdeling I
T.a.v. mevrouw N.A.V. van xxxxxx
Postbus 90125
5200 MA ’s-Hertogenbosch

Heesch, 16 september 2025.

Niet-tijdig beroep / beroep fictief bij de bestuursrechter

Betreft: beroep na WOO-VERZOEK om openbaarmaking van alle informatie / documenten, correspondentie, etc. en vragen
Inzake: werkzaamheden mr. Loes Olivier, werkzaam bij Wolters Kluwer & Regulatory NL
Ons kenmerk: 25.06.13/D

Zaaknummer:   SHE 25 / 1905 WOO

_________________________________________________________________________________________________

Geachte mevrouw Van xxxxx,

Naar aanleiding van het schrijven van de griffier, door u behandeld op 3 september 2025, het volgende.

De griffier biedt mij hierbij twee mogelijkheden:
1. Ik ben het eens met de beslissing van verweerder,
2. Ik ben het niet eens met de beslissing van verweerder.

Echter,
– in de door u bijgevoegde stukken tref ik geen beslissing van verweerder / van onderhavig bestuursorgaan aan,
– tref ik zelfs geen verweer van verweerder aan,
– maar slechts de stukken die ik – conform de bepalingen van de Woo – uiterlijk op 30 juni 2025 rechtstreeks, zonder uw tussenkomst, had dienen te ontvangen!

Nimmer heb ik van verweerder rechtstreeks het – door mij vele malen gevraagde – besluit / beslissing mogen ontvangen,
– niet na mijn schriftelijk verzoek van 16 juni 2025,
– niet na mijn schriftelijke ingebrekestelling van 17 juli 2025,
– niet na mijn schriftelijke aankondiging van 4 augustus 2025, inhoudende dat ik mij door de weigerachtige houding van verweerder tot uw rechtbank dien te wenden en hiertoe kosten dien te maken,
– nooit!

De stukken die verweerder mij – wettelijk – rechtstreeks had dienen toe te sturen ontving ik pas via / van uw rechtbank!

Dit is naar mijn inzicht niet conform de inhoud en strekking van de Woo.

Wanneer uw rechtbank aan dit onwetmatig / onrechtmatig handelen / nalaten, aan deze weigerachtige houding van verweerder, geen consequenties zou verbinden, dan komt verweerder hier wel erg gemakkelijk vanaf.

Niets belet verweerder dan nog om in het vervolg op dezelfde wijze te reageren, of liever gezegd niet te reageren (!), op toekomstige Woo-verzoeken van burgers / van een ieder. Geen enkele reden meer om zich aan de inhoud en strekking van de Woo te gaan houden.

Het mag – naar mijn inzicht – niet zo zijn dat een burger zich zoveel moeite dient te getroosten en kosten dient te maken om van een overheid die informatie te verkrijgen die zij wettelijk verplicht is binnen de gestelde termijn rechtstreeks aan de burger dient te verstrekken.

Bovendien, het toezenden door verweerder van het (door mij herhaalde malen gevraagde) besluit aan de rechtbank vervangt – naar mijn inzicht – de rechtstreekse toezending van het besluit aan mij, de indiener van het verzoek, niet.

De werking van het besluit gaat pas in wanneer ik, indiener van onderhavig verzoek, betreffende besluit rechtstreeks en deugdelijk heb ontvangen.

Dat uw griffier thans stelt dat de versnelde procedure niet meer nodig is, is naar mijn opvatting (mag ik zo vrij zijn?) niet correct. Zolang ik het onderhavig besluit niet rechtstreeks van verweerder hebt ontvangen, is er – naar mijn bescheiden opvatting – nog geen besluit.

Indien verweerder onderhavig besluit wel op wettelijk voorgeschreven wijze en tijdig aan mij bekend had gemaakt en uw rechtbank het direct beroep nog niet had behandeld, dan had ik het beroep bij u kunnen intrekken onder vermelding dat door het (alsnog) verstrekken van dit besluit het procesbelang is komen te vervallen en had ik het reeds aan uw rechtbank betaalde griffierecht terug kunnen vragen.

Verzoek
Bij deze verzoek ik uw rechtbank dan ook;
– om te bepalen / uit te spreken dat toezending van het besluit door verweerder aan alleen de rechtbank niet toereikend is,
– om verweerder op te dragen om alsnog rechtstreeks en op deugdelijke wijze een besluit aan mij bekend te maken,
– hieraan een termijn te verbinden,
– hieraan een dwangsom te verbinden,
– te bepalen dat de – reeds door mij betaalde  – griffierechten aan mij dienen te worden vergoed
– te bepalen dat overige kosten aan mij dienen te worden vergoed, onder meer de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand / consultatie,
– te bepalen dat verweerder een – in goede justitie te bepalen – bedrag aan mij dient te betalen, ter compensatie van het bovenvermelde nalaten door verweerder.

Eerst nadat ik het besluit van verweerder hebt ontvangen, is – naar mijn inzicht – de vraag aan de orde of ik het al dan niet eens ben met dit besluit / verweer: verweerder is (naar mijn inzicht) thans aan zet.

Verweerder komt er ánders wel heel erg gemakkelijk vanaf;
– met het negeren van de bepalingen van de Woo,
– met mij te negeren,
– door pas in actie te komen nadat ik een niet-tijdig beroep / beroep fictief beroep bij uw rechtbank heb ingediend
– en hiertoe kosten (griffierechten, kosten aan een beroepsmatige derde / deskundige, etc.) heb dienen te maken.

In het schrijven van uw griffier, d.d. 3 september 2025, wordt mij verzocht om aan te geven of ik het eens of oneens ben met de beslissing / het verweer van verweerder.

Echter, verweerder voert i.c. geen enkel verweer, zelfs geen excuses / verklaring waarom laatst bedoelde de gevraagde stukken / het besluit niet (tijdig) aan mij heeft verstrekt! In ieder geval heb ik dat niet mogen vernemen.

Verweerder stuurt u slechts het betreffende Woo-verzoek, de ingebrekestelling, de aankondiging niet-tijdig beroep en het Woo-besluit.

Derhalve kan ik ook niet inhoudelijk reageren op een niet door ‘verweerder’ gevoerd verweer.

Indien rechtens vereist, dan geef ik uw rechtbank bij deze aan het niet eens te zijn met de ‘beslissing’ / ‘verweer’ van verweerder.

Hoogachtend,

mr. M.J.M. Kievits
Juridisch medewerker Rechtswinkel Bernheze